Vrijheid

Kort geleden was het weer 4 en 5 mei. Dagen van herdenken en van vieren. Binnen ZINN was hiervoor ook aandacht. Medewerkers van WelZINN en ik, geestelijk verzorger, organiseerden op één van de locaties een evenement waar stilgestaan werd bij de oorlog.

De oorlog van toen, en de oorlog van nu. Er was muziek, er waren gedichten die werden voorgedragen door scholieren en vooral was er saamhorigheid. ‘Moet je ons nu eens zien met onze gerimpelde gezichten.’, zei een mevrouw na afloop tegen haar dochter. ‘Toen waren we nog jong en nu? Het is niet te geloven toch?’ Haar dochter bedankt mij hartelijk na afloop. Het was goed. Er was verbinding.

De uitspraak van haar moeder doet mij beseffen hoe dichtbij de oorlog en de bevrijding nog voelt voor sommige bewoners. Ditzelfde word ik gewaar bij de gespreksgroep op één van de PG-woningen, met als thema ‘vrijheid’. Mijn idee is om het gesprek met dit onderwerp aan te vliegen omdat het een positief begrip is waar je alle kanten mee op kunt. Ik ben dus benieuwd hoe het gesprek zal lopen. Eén keer in de twee weken kom ik langs op de woning voor een zingevingsgesprek en elke keer word ik weer verrast door de scherpte van de bewoners.

Tijdens het gesprek, merk ik al snel dat het gesprek zal gaan over de oorlogsverhalen die de bewoners met zich meedragen. De één komt uit Nijmegen, waar in 1944 de bommen vielen. Wanneer ze erover spreekt schudt ze haar hoofd. Weer een ander heeft een Duitse moeder. Deze mevrouw vertelt uitgebreid hoezeer dit géén probleem was. Bij mezelf denk ik: de hoeveelheid woorden die nodig is om ons daarvan te overtuigen, lijkt het tegendeel te bewijzen. Meer verhalen worden gedeeld. Waar de bewoners van de woning soms niet meer weten waar ze zijn en wie ze zijn, liggen deze herinneringen nog scherp op het netvlies.

Dan wordt een slapende meneer aan tafel opeens wakker. Hij vertelt dat hij van joodse afkomst is. Hij kan en wil er niet over praten. Het is zo wel weer genoeg. Hij buigt zijn hoofd. Slaapt hij weer? Ondanks dat er vaak drukte heerst rondom de tafel wordt het stil. ‘Vroeger praatten we hier niet over’, onderbreekt een mevrouw de stilte. ‘Waar is mijn rollator?’, zegt een ander. Er is onduidelijkheid over of er meer gedeeld mag worden. ‘Ik word hier niet vrolijk van’, zegt één.

Inmiddels raak ik zelf wat gespannen. We zijn al bijna aan het eind van het zingevingsuur en het is niet mijn bedoeling om de mensen op de woning achter te laten in een mineurstemming. Ik probeer het gesprek af te sluiten door het gesprek een positieve kwinkslag te geven. Ik kom terug op het onderwerp ‘vrijheid’. ‘Het is eigenlijk heel bijzonder dat we nu in vrijheid leven’, zeg ik. Dit wordt beaamd door verschillende mensen aan tafel. Plotseling kijkt mw. S., die de hele tijd vooral druk is geweest met haar breiwerk, op van waar ze mee bezig is en zegt: ‘Maar soms is het juist goed om er wél over te praten.’

Nu ben ik stil.

Blog van Christine van der Veer, geestelijk verzorger ZINN Gezondheidszorg